zaterdag 6 juli 2019

Dag 5 Fietsreis naar de Noordkaap: Jotunheimen Fjellstue – Dombas

De vijfde dag van de fietsreis naar de Noordkaap begint met een natte afdaling. Dat voorspelt weinig goeds voor de gravelwegen in de route, maar gelukkig klaart het later op de dag op.

Het regent op de berg. Dat betekent een natte, koude afdaling. Geen leuk vooruitzicht, maar we moeten er toch aan geloven. Na het ontbijt trek ik mijn regenjas, overschoenen en winterhandschoenen aan. De eerste fietsers zie ik al vertrekken. Bikkels. Met Roel en Moniek begin ik een kwartier later aan de afdaling. Al snel zijn mijn beenstukken en overschoenen doorweekt. Toch vind ik het niet koud, waardoor ik na de afdaling mijn regenjas uittrek. Langs de rivier rijden we verder tot aan de koffiestop in Lom. Hemke waarschuwde ons voor een kuil met grind in het wegdek. We zijn op onze hoede. Gelukkig valt het mee en kan iedereen zonder kleerscheuren de kuil passeren. 

Na de koffiestop rijden we langs de Ytterviki rivier om de drukte op weg 15 te vermijden. De weg is heuvelachtig en bevat een lange onverharde strook. Dat is een mooie opwarmer voor de Sladalsvegen, een beklimming van circa 15 km over een onverharde weg. Deze berg zit in de alternatieve route die Klaas Herder heeft ontworpen om te laten zien hoe de wegen er vroeger in Noorwegen uitzagen. De Sladalsvegen is daar een mooi voorbeeld van. Voor fietsers is de beklimming toegankelijk, auto’s moeten echter tol betalen om over de pas te rijden.

Ik twijfel of ik de Sladalsvegen moet beklimmen. Het heeft immers ’s ochtends nog geregend en de weg zal modderig kunnen zijn. Piet Wijnker en Jan Veldt gaan wel, waarna ik alsnog besluit om de berg te beklimmen. In het begin van de klim is de weg nog van asfalt, maar bij de afslag wordt de weg onverhard. Met de modderigheid blijkt het mee te vallen. Het draait wel wat zwaarder, maar mijn wielen zakken niet weg. Ik kom koeien en schapen tegen die op de weg lopen. De weg loopt gestaag omhoog, met af en toe een korte afdaling. Het is heel rustig op de berg. Op de top wacht ik op Moniek, om samen te gaan dalen. Ze komt al snel boven en is zeer onder de indruk van de berg.

Afdalen over een onverharde weg lijkt gevaarlijk, maar het valt mee. Ik ga wel minder hard omlaag, maar kon nog behoorlijk remmen op de aangestampte zandweg. We stoppen even om een foto te maken van het uitzicht, waarna een jeep met aanhanger ons hard voorbij komt. Op de aanhanger ligt een rubberboot. Ik kan de boot aardig bijhouden, maar besluit om even te wachten op Moniek. De volgende haarspeldbochten zijn geasfalteerd, maar de rechte stukken daartussen weer onverhard. Ook loopt de weg steil omlaag, waardoor we op tijd moeten remmen. Ik ben blij als de onverharde afdaling achter de rug is en we weer gewoon op het asfalt kunnen rijden.

We rijden naar Dombas, waar we overnachten in de jeugdherberg. De gpx-route leidt ons naar een steil klimmetje langs vakantiehuizen, maar we zien daar geen jeugdherberg. We vragen de weg aan een man die in zijn tuin werkt. Hij zegt dat we zo’n 200 meter door moeten rijden om bij de jeugdherberg te komen. Daar zie ik een bordje van de jeugdherberg, maar nog geen herberg. Dat blijkt weer 100 meter hogerop te liggen, achter het restaurant-hotel. Het personeel van het hotel is op de hoogte van onze komst. Gelukkig, we zitten goed. De anderen die later binnen komen hebben ook moeite gehad om de jeugdherberg te vinden, maar ze hebben het uiteindelijk wel gevonden.

Zoals Jan Veldt zegt: de reis naar de Noordkaap is een avontuur. Daar hoort het zoeken ook bij.







Foto's: Adrie Nillesen, Roel Wierda